Hooiland, poel en houtsingels

De Zandberg

Over reizen, kunst en zelfvoorzienend zijn

Hooiland, paddenpoel en houtsingels

Hooiland

Ongeveer de helft van ons perceel bestaat uit botanisch grasland. Het is een lange strook van ongeveer 30 x 250 m. Aan de kant het dichtst bij het huis bevinden zich een wilgenbosje en de paddenpoel.

Het land laten we, afhankelijk van het weer, 1-2 x per jaar maaien, schudden en op wissen leggen door een loonwerker, waarna die er kleine hooipakjes van perst. Die halen wij dan zelf met de auto van het land en stapelen ze op boven in de stal en zonodig in de oude caravanstalling.

De opbrengst is wisselend, maar tot nu toe hebben we de geiten er steeds ruimschoots jaarrond mee kunnen voeren.


Knotwilgen

Aan de lange kant van het hooiland hebben we in 2006 een rij knotwilgen geplant. Die knotten wel één keer per drie jaar. Het snoeihout stapelen we meestal op tussen de bomen, hoewel we nog steeds van plan zijn om er ooit iets mee te bouwen, bijv een pergola of tuinhuisje o.i.d.


Paddenpoel

In 2009 hebben we een poel laten graven in het hooiland om de kikkers, padden en salamanders een handje te helpen. Wonderlijk hoe snel daar een heel nieuw stukje natuur is ontstaan. Elke zomer maaien we een van de kanten van de poel, de andere kant blijft dan als schuilplaats beschikbaar en we voorkomen zo dat de poel op den duur dichtgroeit. Verder doen we er niet zoveel aan (behalve er van genieten): het waterpeil regelt zichzelf.


Houtsingels

Langs de bijenweide en boomgaard en achter de geitenweide hebben we in 2006 twee houtsingels aangelegd. In de jaren daarna zijn die nog flink uitgebreid. Behalve voor stookhout hebben we ze ook aangelegd als schuilplaats voor allerhande vogels en klein wild. Er staan vooral inheemse struiken en bomen: elzen en wilgen, wat eiken en berken, vogelkers, meidoorn, gelderse roos, kardinaalsmuts, zwarte vlier, hazelaars, vuilboompjes en krentenbomen en ook een aantal bottelrozen.

Wat er allemaal rondscharrelt weten we niets eens, behalve als de poezen met iets thuiskomen: hazen, fazanten, wezeltjes en heel veel muizen, ratten en mollen. Af en toe sukkelen er ook egeltjes rond.

En er zijn uilen: bosuilen, steenuilen en ransuilen. We horen ze meer dan dat we ze zien.